De term CPBW staat voor Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. In het onderwijs is het CPBW een officieel overlegorgaan dat zich richt op het welzijn van personeel op school, met bijzondere aandacht voor veiligheid, gezondheid en psychosociaal welzijn op de werkvloer.
Het CPBW is een verplicht comité in onderwijsinstellingen met gemiddeld minstens 50 personeelsleden. Het bestaat uit vertegenwoordigers van de werkgever (de school- of scholengroepdirectie) en vertegenwoordigers van het personeel (bijvoorbeeld leerkrachten, administratief of onderhoudspersoneel), vaak aangeduid via vakorganisaties.
Overleg over welzijn op het werk: Veiligheid, gezondheid, ergonomie, psychosociale belasting (zoals stress of pesten), arbeidshygiëne, enz.
Advies geven aan het schoolbestuur: Over preventiemaatregelen, risicoanalyses, werkpostinrichting, gebruik van gevaarlijke stoffen, enz.
Opvolging van de risicoanalyse en het globaal preventieplan.
Inspectiebezoeken en rondgangen op de school of in de scholengroep om risico’s te detecteren.
Bespreking van arbeidsongevallen en hun oorzaken, inclusief voorstellen tot preventie.
Samenwerking met de preventieadviseur (IDPBW/EDPBW).
Werkgeversafvaardiging: Directie of vertegenwoordiger van het schoolbestuur.
Werknemersafvaardiging: Personeelsleden gekozen via sociale verkiezingen, meestal vakbondsvertegenwoordigers.
Preventieadviseur: Neemt deel aan de vergaderingen en geeft deskundig advies.
In onderwijsinstellingen met meerdere vestigingen (bijv. scholengroepen of GO! onderwijsnetten) is er vaak één centraal CPBW voor alle scholen samen.
Het CPBW werkt nauw samen met de IDPBW (Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk) of, als die beperkt is, met een externe dienst (EDPBW).
Thema’s als psychosociaal welzijn, werkdruk, klasveiligheid, pestgedrag, en incidenten met leerlingen komen vaker aan bod dan in andere sectoren.
Het CPBW is wettelijk geregeld via de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en het KB van 3 mei 1999 betreffende het CPBW. Deze regelgeving geldt ook voor het onderwijs.